In deze bouwperiode werd er meer systeembouw en prefab bouw toegepast, zoals prefab gevels en systeemdaken. Door de crisis begin jaren ’70 werden er meer eisen aan energiezuinigheid van woningen gesteld. De eisen die toen werden gesteld, kwalificeren nu als zeer matig. Zo werd bij betonnen vloeren geringe isolatie toegepast. Er werd standaard dubbel glas bij de woonruimtes op de benedenverdieping toegepast. De woonruimtes boven, zoals slaapkamers, werden vaak nog voorzien van enkel glas. De spouwmuren, gemiddeld 60 tot 80 mm breed, werden gedeeltelijk geïsoleerd opgeleverd. Er werd matige naad- en kierdichting toegepast.
Mechanische ventilatie type C deed in deze bouwperiode zijn intrede: ventilatie waarbij afzuiging in natte ruimtes plaatsvindt en roosters in ramen en kozijnen toegepast zijn voor het binnenhalen van frisse lucht. De mechanische afvoerboxen van ventilatiesystemen uit deze periode gebruiken veel energie. Convectorputten werden ook toegepast, maar niet of nauwelijks geïsoleerd.
In deze bouwperiode veranderde er een en ander omtrent de ramen van woningen. In de jaren ‘80 deed HR glas zijn intrede, maar werd nog niet standaard toegepast. Ook andere toepassingen van glas, zoals zonwering, geluidswering en veiligheidsglas konden worden toegepast. Doordat glasplaten lichter geproduceerd konden worden, werd het mogelijk om grotere ramen te produceren. In de jaren ’70 deden kunststof kozijnen hun intrede. In de jaren ’80 kwam een opleving in de kunststof kozijnen en werden ze steeds vaker toegepast. Ook werd in de jaren ’80 bitumendakbedekking steeds populairder.
Warmteverlies door slecht geïsoleerde spouwmuren
Spouwmuren met verzakt (glaswol) of verbrokkeld (UF schuim) isolatiemateriaal wat niet dampremmend is, wat tot vochtproblemen kan leiden
Warmteverlies door ongeïsoleerde pannendaken met houten dakbeschot
Warmteverlies door ongeïsoleerde platte daken bestaande uit een balkenlaag met verouderde (bitumen) dakbedekking
Koude voeten in de winter door een slecht geïsoleerde betonnen vloer
Verouderde vloerisolatie
Betonnen kwaaitaalvloer of mantavloer waarin betonrot is opgetreden door roestend ijzer
(Ongeïsoleerde) kunststof kozijnen die aan vervanging toe zijn
Verbouwingen uit verschillende periodes waarbij isolatie al (deels) verbeterd maar nog niet voldoende verbeterd is
Ongeïsoleerde schuren omgebouwd tot woonruimte
Een of meerdere ongeïsoleerde aanbouwen met vloeren op het zand en enkel- of halfsteens muren
Tocht in huis door koudeval, veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de binnentemperatuur en temperatuur van het ‘ouderwetse’ dubbele glas of enkel glas
Tocht in huis door mechanische afvoer, rooster in ramen en suboptimale naad- en kierdichting
Relatief hoog elektriciteitsverbruik door oude en slecht onderhouden mechanische ventilatieboxen
Ouderwetse grote radiatoren die alleen op hoge temperatuur warmte af kunnen even
Ongeïsoleerde convectorputten
Oude meterkast met ouderwetse groepenkast
Asbest in onderdelen van de woningschil. Vanaf 1945 tot de jaren ’80 werd asbest toegepast in woningen.
De meest toegepaste slimme maatregelen om woningen gebouwd tussen 1976 en 1987 energiezuinig te maken, zijn gericht op goed isoleren, goede ventilatie voor een gezond binnenklimaat en deels of geheel opwekken van eigen elektriciteit. Het beste is om de grotere maatregelen toe te passen als er zich een natuurlijk moment voordoet. Moet bijvoorbeeld de betonnen vloer worden vervangen vanwege betonrot? Kies dan meteen voor goede isolerende nieuwe betonnen vloer met vloerverwarming. Zijn de kozijnen aan vervanging toe? Kies dan gelijk voor het beste isolerende glas.
De componenten waar de meeste warmte door verloren gaat, wil je idealiter als eerste aanpakken. Dat zijn bij woningen uit 1976 tot 1987 vooral het ongeïsoleerde dak en slecht geïsoleerde betonnen vloer en spouwmuur. Daarnaast zijn er in de woning redelijk veel naden en kieren te vinden die voor veel ongewenste infiltratie van de koude lucht zorgen. Denk daarbij aan de aansluiting van het dak op de muren of leidingdoorvoeren door begane grondvloer naar de kruipruimte. Zeker in combinatie met actieve aanzuiging van lucht door mechanische ventilatie type C.
Luchtdicht isoleren is een belangrijkste eerste stap. Maar als je met isolatie aan de slag gaat is het verstandig om dit direct optimaal te (laten) doen. Daar staan weinig meerkosten tegenover en dit is voor de meeste woningen ook goed mogelijk. Toch zijn er ook maatregelen die niet direct optimaal uitgevoerd kunnen worden. Stel dat het isoleren van de muren blijkt niet mogelijk of wenselijk, maar je wilt wel jouw woning geschikt wilt maken voor het verwarmen met lage temperatuur dan is dat te compenseren door bijvoorbeeld het dak met een extra goed te isoleren. Hierbij speelt ook het oppervlak van het dak ten opzichte van de muur een rol.
De minimale Rc-waarden hieronder zijn gericht op lage temperatuur verwarming (LTV).
Als de spouwmuur voldoende ruimte over heeft, kun je de spouwmuur laten bij-isoleren (redelijke isolatie). Als het reeds aanwezige materiaal verzakt of verpulverd is, is het in veel gevallen mogelijk om te her-isoleren. Een Rc van 1,7 of meer is wenselijk. Is de spouwmuur niet diep genoeg of is her-isoleren niet mogelijk? Dan kun je binnen- of buitengevel isolatie toepassen met een goede isolatiewaarde van van Rc 3,5 of meer. Meer informatie over muurisolatie vind je hier.
Je kunt dakisolatie toepassen aan de binnen- of buitenzijde van het dak met een goede isolatiewaarde van minimaal Rc 3,5. Meer informatie over dakisolatie vind je hier.
Als er een kruipruimte is van minimaal 50cm diep is, en de vloerisolatie die er al zit is nog in goede staat, kun je extra vloerisolatie met een goede isolatiewaarde van minimaal Rc 3,5 laten aanbrengen. Is het materiaal van slechte kwaliteit? Dan kun je dat laten verwijderen en opnieuw isoleren.
Bij vloerverwarming isoleer je het liefst nog beter met een isolatiewaarde van Rc 4,5. AIs je kruipruimte niet diep genoeg, is bodemisolatie een goed alternatief. Meer informatie over vloer- en bodemisolatie vind je hier.
Als je kozijnen nog in goede staat zijn, kies dan voor goed isolerend HR++ glas in de bestaande kozijnen. Als de kozijnen aan vervanging toe zijn vanwege houtrot of om een andere reden, dan is zeer goed isolerend HR+++/Triple glas de beste keuze. Meer informatie over isolerend glas vind je hier.
Naarmate een woning beter wordt ingepakt door isolatie, lucht- en dampdichte folies en goede naad- en kierdichting, komt er minder schone en vooral koude lucht naar binnen. Precies de bedoeling natuurlijk. Het is wel belangrijk om dan goede ventilatie toe te passen voor voldoende zuurstof in huis en het afvoeren van vocht. Het is zonde om veel te investeren in goede isolatie om warmte binnen te houden en tegelijkertijd te blijven ventileren door het openzetten van ramen of roosters.
Met balansventilatie met warmteterugwinning zorg je voor voldoende zuurstof in huis, afvoer van vocht en voorkom je onnodig warmteverlies. Bij warmteterugwinning wordt de warmte uit de afvoerlucht overgedragen aan de binnenkomende lucht.
Grote verbouwing? Kijk dan meteen naar de mogelijkheden om goede centrale vraaggestuurde balansventilatie aan te leggen met warmteterugwinning.
Kleine verbouwing? Kies voor decentrale balansventilatie met warmteterugwinning. Hierbij wordt er één apparaat toegepast per (grote) ruimte in de gevel. In slaapkamers is dit vaak minder relevant als er niet verwarmd wordt. Er moet dan wel op een andere manier geventileerd blijven worden om vocht af te voeren en voldoende gezonde binnenlucht te verzorgen.
Meer informatie over ventilatieoplossingen vind je hier.
Zonne-energie komt gratis en voor niets op het dak van jouw huis terecht. Heb je voldoende ruimte op het dak van jouw woning? Dan is het slim om daar iets mee te doen door zonnepanelen of zonnecollectoren te plaatsen. Daarmee wek je duurzaam elektriciteit en/of warmte op die bovendien kan zorgen voor een flinke besparing op de energierekening.
Meer informatie over zonnepanelen vind je hier.
Meer informatie over zonneboilers vind je hier.
Om in de toekomst aardgasvrij te kunnen wonen is het belangrijk te begrijpen wat het betekent om een bestaande woning van het aardgas af sluiten. Aardgas wordt in een oude woning vooral gebruikt voor verwarming (80%). Koken (5%) en het gebruik van warm tapwater (15%) maken een veel kleiner deel uit van het gasverbruik.
De grootste hoeveelheid aardgas wordt dus in de meeste woningen besteed aan het verwarmen van de woning. Daarom zijn isoleren en goed ventileren essentieel in het aardgasvrij krijgen van een woning: het helpt de warmtevraag van een woning zo veel mogelijk te verminderen.
Na het toepassen van isolatie en goede ventilatie kan een woning op een energiezuinige manier aardgasvrij worden verwarmd. Wat daarvoor nodig is, wordt hieronder besproken.
Bij iedere woning is het belangrijk om te weten wat er in de toekomst aan voorzieningen worden aangelegd in de wijk om de woning duurzaam van warmte te voorzien. Deze plannen (Transitievisie Warmte) van de gemeente zijn eind 2021 bekend gemaakt. Je kunt zich voorbereiden met maatregelen die altijd interessant zijn, omdat ze je energierekening verlagen.
Er zijn op dit moment drie voor de hand liggende oplossingen om een woning te kunnen verwarmen zonder aardgas.
Verwarmen op lage temperatuur (LT) gebeurt met temperaturen van maximaal 50 graden. Elektrisch verwarmen wordt meestal gedaan met een warmtepomp. Een andere manier is met infraroodverwarming. Infraroodverwarming is stralingswarmte en voelt net als een terrasverwarmer.
Verwarmen met een warmtepomp gebeurt met water door het cv-systeem op lage temperatuur. Dit gebeurt ook bij een LT warmtenet. Met een LT warmtenet wordt water met maximaal 50 graden naar de woning vervoerd, wat wordt gebruikt voor de verwarming en het warme tapwater.
Voor verwarmen op lage temperatuur moet het warmte afgiftesysteem in de woning geschikt zijn. Systemen die geschikt zijn voor het afgeven van warmte op lage temperatuur zijn vloerverwarming en lage temperatuur convectoren.
Meer informatie over warmtepompen vind je hier.
Meer informatie over infraroodverwarming vind je hier.
Om woningen uit deze periode op lage temperatuur te kunnen verwarmen, is eerst zeer goede isolatie, naad- en kierdichting en ventilatie met warmteterugwinning nodig.
Bij verwarmen op midden temperatuur (50 - 70 graden) wordt met een medium temperatuur (MT) warmtenet water naar de woning vervoerd wat wordt gebruikt voor de verwarming en het warme tapwater. Bij hele oude radiatoren kan het zijn dat deze moeten worden aangepast om warmte op deze temperaturen te kunnen afgeven.
Om woningen uit deze periode energiezuinig op midden temperatuur te kunnen verwarmen is meestal een verbetering van de isolatie nodig.
Bij verwarmen op hoge temperatuur (70 - 90 graden) wordt door een hoge temperatuur (HT) warmtenet water naar de woning vervoerd, wat wordt gebruikt voor verwarming en warm tapwater. Er hoeft niks aan het verwarmingssysteem aangepast te worden.
Bij een groen gas oplossing hoeft alleen de cv-ketel aangepast te worden. Wel wordt aangeraden om te werken met een hybride warmtepomp, omdat groen gas heel duur zal zijn.
Om woningen uit deze periode met hoge temperatuur te verwarmen hoeft niets aangepast te worden in de woning. Het verbeteren van isolatie op natuurlijke momenten is altijd een goede stap om de energiekosten omlaag te brengen.
Als je plannen hebt om de badkamer te gaan verbouwen en een nieuwe frisse uitstraling te geven, is dit ook het moment om na te denken over energiebesparende maatregelen die je in de badkamer kunt toepassen. Het is mogelijk om een douche met warmteterugwinning te installeren. Bij dit systeem wordt warmte uit het afvoerwater teruggewonnen. Deze warmte wordt vervolgens gebruikt om het schone koude water wat naar de mengkraan gaat vast voor te verwarmen. Op die manier bespaar je gas voor het verwarmen van tapwater.
Een andere slimme zet is een waterbesparende douchekop. Door het water te mengen met lucht, ervaar je een net zo comfortabele douchestraal terwijl er minder warm tapwater wordt gebruikt. Ook zo bespaar je op gas voor het maken van warm tapwater.
Naast 'grote' energiebesparende maatregelen die enige planning en vakmanschap vereisen zijn er ook kleinere maatregelen die je vaak zelf kan doen je woning toekomstbestendig te maken en waar je energie mee bespaart. Hieronder staan de meest voor de hand liggende slimme energiebesparende maatregelen uitgelicht. Voor meer tips kun je het e-book 50 slimme tips downloaden.
Het vervangen van gloeilampen en halogeenlampen voor LED bespaart veel energie, ook als de lampen nog niet kapot zijn. Dit verdient zichzelf binnen een jaar terug. Spaarlampen kunnen gebruikt blijven worden tot ze stuk gaan.
Het vervangen van een oude apparaat zoals koelkast, wasmachine en droger voor een A+++ apparaat bespaart op elektriciteitskosten gedurende de gehele levensloop van het apparaat. Kijk dus niet alleen naar aanschafkosten.
Met een slimme thermostaat kan verwarmen worden ingesteld op gewoontes, ritme en gedrag. Ook kan van een afstand de thermostaat bediend worden. Dit zorgt voor efficiënter stookgedrag en zo een besparing op gas.
Als je de keuken gaat verbouwen kun je meteen kiezen voor kopen op inductie. Dit is een kleine stap richting aardgasvrij wonen. Daarnaast kun je kiezen voor een recirculatie afzuigkap. Dit type afzuigkap heeft geen afvoerkanaal en is niet aangesloten op de buitenlucht. Er kan dus geen koude lucht via naar binnen komen.
Voor meer tips kun je het e-book 50 slimme tips downloaden.
Elke woning is anders en verliest warmte op een andere manier. Hieronder staan kort de verschillende type woningen benoemd en hun eigenschappen.
Vrijstaande woningen uit deze periode hebben vaak 3 woonlagen met 4 tot 7 kamers. Een vrijstaande woning heeft in verhouding veel muuroppervlak. Door de slecht geïsoleerde spouwmuur waarvan het materiaal zich mogelijk in slechte staat verkeert, betekent dit dat er warmte verloren gaat door de gevel. Mogelijk kunnen ook vochtproblemen ontstaan. Ook gaat veel warmte verloren via het relatief grote ongeïsoleerde dak. Als er veel glasoppervlakte is, gaat ook hier veel warmte door verloren
2-onder-1-kap-woningen en hoekwoningen uit deze periode hebben in verhouding veel muuroppervlak. Door de slecht geïsoleerde spouwmuur waarvan het materiaal zich mogelijk in slechte staat verkeert, betekent dit dat er warmte verloren gaat door de gevel en dat vochtproblemen kunnen ontstaan. Ook gaat veel warmte verloren via het relatief grote ongeïsoleerde dak. Als er veel glasoppervlakte is, gaat ook hier veel warmte door verloren. Vaak hebben 2-onder-1 kapwoningen nog een (geschakelde) ongeïsoleerde schuur. Als dit als woonruimte wordt gebruikt en er wordt hier gestookt, gaat ook hier veel warmte verloren.
Bij tussenwoningen uit deze bouwperiode is veel systeembouw en prefab bouw toegepast. Bij tussenwoningen uit deze periode is daardoor vaak betere isolatie toegepast dan volgens de standaarden van het bouwjaar. Tussenwoningen hebben in verhouding veel dakoppervlak en relatief veel glasoppervlak ten opzichte van het geveloppervlak. Er gaat daarom veel warmte verloren via het dak en de ramen. Ook is er slechte naad- en kierdichting. Er is veel systeembouw toegepast in deze periode, dus bij veel van deze tussenwoningen zijn betonnen kwaaitaal- of matavloeren toegepast, waar mogelijk betonrot in is ontstaan. Voordat vloeren geïsoleerd worden, is het van belang dit op te lossen.
Appartementen hebben in verhouding veel glasoppervlak ten opzichte van het geveloppervlak. Er gaat daarom veel warmte verloren via de ramen. Afhankelijk van de positie van het appartement gaat via andere componenten van de schil van het appartement warmte verloren. Zo gaat bij een appartement op de hoek onder het dak ook veel warmte verloren via de gevel en het dak.
(zie ook huurwoningen)
Een groot deel van de appartementen uit deze bouwperiode wordt verhuurd. Als huurder ben je beperkt in wat je kunt doen, omdat je afhankelijk bent van je verhuurder.
Een woning gebouwd tussen 1976 en 1987 aardgasvrij en toekomstbestendig maken betekent een behoorlijke verbouwing en daar zijn ook wat investeringen voor nodig. De kosten verschillen sterk per woningtype en zijn ook afhankelijk van het woonoppervlak. Een groter vrijstaand huis heeft iets meer arbeid en materiaal nodig om deze te verduurzamen vergeleken met een tussenwoning. Ook is het afhankelijk van wat er al aan een woning gebeurd is door de jaren heen.
Onderstaande kosten en besparingen zijn gebaseerd op het prijspeil van januari 2024.
Onderstaande kosten en besparingen zijn voorbeelden. Ze zijn gebaseerd op de bouwstandaarden in de bouwperiode 1976 tot 1987 en een 3 persoons huishouden. Er is geen rekening gehouden met eventuele verbeteringen of verbouwingen die na de bouw aan de woning zijn uitgevoerd. De werkelijke besparingen zijn afhankelijk van veel factoren zoals hoe je jouw woning verwarmd of gebruik maakt van ventilatie.
Het volledig isoleren van een woning kost voor een gemiddelde tussenwoning ongeveer €16.750 (exclusief subsidie). Bij een gemiddelde vrijstaande woning liggen de kosten voor volledige isolatie rond de €36.600 (exclusief subsidie). Met volledige isolatie wordt de isolatie van het dak, spouwmuur, vloer en het glas bedoeld. Een ongeïsoleerde woning bespaart ten opzichte van een compleet geïsoleerde woning ongeveer 40% op de gasrekening. De isolatie is dan ook goed genoeg om de woning op een lage temperatuur te verwarmen.
Elke woning heeft naden en kieren. Goede naad- en kierdichting is relatief goedkoop en kan het comfort in huis flink verhogen. Je kunt tot €100 besparen door alle naden en kieren in huis te dichten.
Een goed ventilatiesysteem (balansventilatie) met warmteterugwinning kost al snel €10.000. Een mechanisch ventilatiesysteem is goed voor het binnenklimaat en daarmee ook voor jouw gezondheid. Daarnaast bespaar je met goede warmteterugwinning flink op de gasrekening. Jaarlijks bespaar je 15% tot 30% ten opzichte van ventilatie zonder warmteterugwinning.
Een set zonnepanelen voor een eengezinswoning kost gemiddeld tussen de €4.000 en €5.000. Daarmee bespaar je ongeveer 80% op de elektriciteitsrekening.
Met het aanleggen van een verwarmingssysteem dat geschikt is voor lage temperatuur maak je jouw huis energiezuinig en voorbereid op de toekomst. Bijvoorbeeld met vloerverwarming en/of lage temperatuur convectoren. Voor een gemiddelde tussenwoning kost dit ongeveer €6.750 en voor een gemiddelde vrijstaande woning €10.000.
Een hybride warmtepomp kost ongeveer €7.000 (exclusief subsidie) en daarmee bespaar je ongeveer 70% op het gasverbruik voor verwarmen. De cv-ketel gebruik je dan nog voor het maken van warm tapwater of op hele koude winterdagen.
Een all-electric warmtepomp (lucht) kost ongeveer €12.500 (exclusief subsidie). Daarmee is jouw woning (bijna) helemaal aardgasvrij. Met een all-electric warmtepomp bespaar je minstens €215 per jaar op de kosten voor het vastrecht voor gas (als je ook elektrisch kookt). Daarbij komt de besparing op jouw energieverbruik voor verwarmen en warm water. Deze besparing is afhankelijk van het overgebleven gasverbruik na het nemen van isolatiemaatregelen, naad- en kierdichten en energiezuinige ventilatie.
Het aansluiten op een warmtenet kost in 2024 ongeveer €5.250. Hierbij komen nog extra kosten als de afstand tussen woningen en de hoofdleiding van het warmtenet meer dan 25 meter is. Met een aansluiting op een warmtenet is je woning aardgasvrij.
Als er een alternatieve vorm van gas in plaats van aardgas in jouw wijk komt, zijn er geen aanpassingen nodig aan het warmteafgiftesysteem. Het is nog onbekend hoeveel het gaat kosten om aan te sluiten op een groen gasnet. Let op, de verwachting is dat zeer weinig woningen (minder dan 10%) van groen gas gebruik gaan maken in de toekomst. Dat komt doordat er weinig groen gas beschikbaar is en het duur is om te produceren.
Om echt volledig aardgasvrij te wonen is het ook noodzakelijk om elektrisch te gaan koken. Het aanschaffen van een inductie- of keramische kookplaat en de nodige aanpassingen aan de meterkast kost ongeveer €2.500.
Slimme besparingen zoals ledverlichting, leidingisolatie of een waterbesparende douchekop verdien je vaak binnen 1 à 2 jaar al terug.
Maandelijks betaal je een aardig bedrag aan de energiemaatschappij. Dat is best zonde, want je kunt dat geld ook investeren in energiebesparende maatregelen die je wooncomfort vergroten en je energierekening verlagen. Bovendien toont onderzoek aan dat investeren in duurzame maatregelen een positief effect heeft op de woningwaarde.
In 2024 betaal je voor gas en elektriciteit waarschijnlijk ongeveer €2.800 voor een tussenwoning en €4.500 voor een vrijstaande woning.
Wij gaan ervan uit dat de energieprijzen 2% per jaar stijgen. Dat betekent dat je in totaal over 15 jaar €52.500 voor een tussenwoning en €85.000 voor een vrijstaande woning betaalt voor gas en elektriciteit als je geen maatregelen treft.
Door energiebesparende maatregelen te nemen verlaag je de energiekosten over 15 jaar met ongeveer €39.000 voor een tussenwoning en tot €61.500 voor een vrijstaande woning. Dat zijn flinke besparingen.
Lagere maandelijkse woonlasten
Hogere woningwaarde
Tegengaan van onnodige CO2 uitstoot
Verhoging van wooncomfort en gezondheid
Aanpakken van gebreken
Toekomstbestendig maken van de woning
Er zijn landelijk en lokaal verschillende subsidies en leningen beschikbaar voor het financieren van energiebesparende maatregelen.
Met de ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing) kun je onder andere subsidie krijgen op de investering in isolatiemaatregelen. Je kunt de subsidie al aanvragen vanaf 1 maatregel. Het subsidiebedrag hangt af van welke maatregel je uitvoert en hoeveel vierkante meters er geïsoleerd worden.
Tip: je subsidiebedrag voor isolatiemaatregelen verdubbelt als je meer dan één isolatiemaatregel uitvoert. Dit geldt ook als je een isolatiemaatregel combineert met de installatie van een warmtepomp, zonneboiler of aansluiting op een warmtenet. Vraag hiervoor subsidie aan binnen 24 maanden na het uitvoeren van de eerste maatregel. Kijk voor alle voorwaarden en de precieze subsidiebedragen per maatregel op de website van de RvO.
Je hebt geen recht op subsidie als je al eerder een andere subsidie voor dezelfde type(n) isolatiemaatregel(en) heeft ontvangen. Als je andere soorten isolerende maatregelen laat uitvoeren wel.
Aanvullend op de isolatiemaatregelen is de ISDE ook aan te vragen voor warmtepompen, zonneboilers, een aansluiting op een warmtenet en een elektrische kookvoorziening. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het soort warmtepomp en zonneboiler. Bij een aansluiting op een warmtepomp en de installatie van een elektrische kookvoorziening is de subsidie een vast bedrag.
Meer informatie over ISDE en een rekentool voor het berekenen van jouw subsidiebedrag vind je op de website van het RvO.
Soms is het ingewikkeld om subsidie aan te vragen. Er zijn verschillende bedrijven die je hiermee kunnen helpen. Ga hiervoor naar ons vakspecialisten register en filter op 'subsidies'. Je vindt dit filter onder het kopje 'Financieel advies'. Klik op de knop hieronder om naar het vakspecialisten register te gaan.
Naast de landelijke subsidies, zijn er ook in specifieke gemeentes of regio’s initiatieven beschikbaar gesteld om investeringen in energiebesparende maatregelen te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan subsidies voor groene daken, aardgasvrij wonen of speciale leningen met 0% rentetarief.
Meer informatie over subsidies, leningen en fiscale regelingen vind je op onze website onder het kopje subsidies, of via de Energie Subsidiewijzer.
Op dit moment profiteer je van een verlaagd btw-tarief op isolatiemaatregelen. Voor vloer-, dak-, spouwmuur- en glasisolatie geldt een verlaagd btw-tarief van 9% (normaal 21%) op het arbeidsloon. Let op, dit geldt dus niet voor de materialen!
Vanaf 1 januari 2023 is de btw op de aanschaf en installatie van zonnepanelen afgeschaft. Het btw tarief is omlaag gegaan van 21% naar 0%. Je hoeft dus niet meer de btw voor te schieten en later terug te vragen aan de Belastingdienst.
De Energiebespaarlening is door de overheid in het leven geroepen om particulieren te stimuleren te investeren in het verduurzamen van de eigen woning. Je kunt tot maximaal €27.000,- euro lenen voor energiebesparende maatregelen. Bij een ZEP (Zeer Energiezuinig Pakket) mag je zelfs maximaal €54.000,- lenen en bij een NOM (Nul op de Meter) maximaal €71.000,-. Je betaalt geen of een aantrekkelijke rente (hangt af van je inkomen) die gedurende de hele looptijd van de lening vaststaat. Meer informatie vind je op de website van de Energiebespaarlening.
De Duurzaamheidslening wordt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) in samenwerking met provincies en gemeenten lokaal aangeboden tegen gunstige voorwaarden. Meer informatie vind je op de website van de Duurzaamheidslening.
Ook is het bij verschillende banken mogelijk om energiebesparende maatregelen te financieren in de hypotheek van de woning of door het afsluiten van een speciaal groendepot. Informeer bij jouw bank voor de mogelijkheden.
Breng jouw situatie in kaart: wat zijn jouw energielasten over de komende 15 jaar en welke natuurlijke momenten voor verbouwing of renovatie komen er aan?
Bepaal jouw eigen ambities: wil je jouw energierekening omlaag krijgen, je comfort verhogen, of liever zo snel mogelijk van het aardgas af ongeacht de plannen van de gemeente?
Bekijk in het bovengenoemde stappenplan welke stappen je nu al kunt nemen
Achterhaal wat er al bij jouw in de buurt gebeurt: zijn er collectieve acties waar je aan mee kunt doen?
Informeer bij de gemeente hoe het staat met de 'transitievisie warmte' en wacht tot deze plannen rond zijn voor je grote kostbare ingrepen doet (tenzij het een natuurlijk moment is: bijvoorbeeld dakbedekking betekent is meteen mee-isoleren!)
Meer informatie over de verschillende maatregelen? Ga naar Woning verbeteringen.
Op zoek naar bedrijven om mee aan de slag te gaan? Kijk bij vakspecialisten.
Benieuwd naar financieringsmogelijkheden? Bekijk de mogelijke subsidies en leningen.
Stuur ons gerust een e-mail of bel ons. Ons team zit voor je klaar van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.30 uur.