Ga direct naar hoofdcontent

Isolatie bepalen

Hoe weet ik of mijn huis geïsoleerd is?

In een goed geïsoleerd huis woont u fijner en bespaart u flink op uw energierekening. Wilt u uw woning isoleren? Dan is het handig om te weten welke plekken nog niet (goed) geïsoleerd zijn. Daar valt namelijk de meeste winst te behalen. Maar hoe kunt u zelf zien of u al isolatie heeft? En hoeveel isolatie er in uw muur, dak en/of vloer zit. En wat voor glas zit er in uw ramen? Dat leest u hier. 

In dit artikel:

Isolatiewaarde

Hoe goed elk onderdeel van uw huis geïsoleerd is, wordt uitgedrukt in de isolatiewaarde, ook wel Rc-waarde genoemd. Hoe hoger de waarde, hoe beter het isoleert. In veel gevallen is een Rc-waarde van 2,5 bij vloer, muur of dak voldoende om uw woning te verwarmen met een midden temperatuur of zelfs lage temperatuur warmtenet. De kosten die nodig zijn om nog extra te isoleren verdient u bovendien nauwelijks terug. Zit u (ver) onder de 2,5, dan raden wij wel (extra) isolatie aan.

Gaat u (extra) isoleren en wilt u hiervoor ISDE-subsidie van de Rijksoverheid aanvragen? Let dan op dat uw isolatie aan bepaalde voorwaarden voldoet. De voorwaarden verschillen per soort isolatie. Klik hier voor meer informatie over de voorwaarden.

Het isolatiemateriaal en de dikte van de isolatielaag hebben invloed op de isolatiewaarde. Elk materiaal heeft namelijk andere eigenschappen. Daarom is een wollen trui bijvoorbeeld ook warmer dan een katoenen trui. Een dikke laag isolatie van goed isolatiemateriaal zorgt voor een hoge isolatiewaarde en weinig warmteverlies. 

De Rc-waarde is de isolatiewaarde van het gehele onderdeel (dak, muur of vloer). Bij een muur tellen naast het isolatiemateriaal bijvoorbeeld ook de stenen aan de buiten- en binnenkant mee. Als we spreken over de isolatiewaarde van alleen het isolatiemateriaal spreken we over de Rd-waarde. De Rc-waarde is dus vaak net iets hoger dan de Rd-waarde.

Zo komt u achter uw isolatiewaarde

Sinds 2021 is het energielabel voor woningen vernieuwd. Daarin staat de Rc-waarde van elk onderdeel van de woning duidelijk vermeld. Als u geen nieuw energielabel heeft, kunt u een vakman laten onderzoeken hoeveel isolatie u heeft. Maar sommige dingen kunt u ook zelf bekijken. Hieronder wat tips om zelf een idee te krijgen hoeveel isolatie u heeft.

Praktische tips om zelf isolatie te meten

Vloerisolatie

Vanaf 1980 begon men isolatie te gebruiken in de vloer bij de bouw van een woning (daarvoor is alleen verschil in bouwmateriaal). Voor elke bouwperiode is de minimale isolatiewaarde bekend:

Bouwperiode

voor 1976

1976 - 1979

1980 - 1982

1983 - 1992

1993 - 2012

2013 - nu

Vloer (Rc-waarde)

0,17

0,26

0,52

1,30

2,50

3,50

Om uit te zoeken of uw vloer na de bouw extra is geïsoleerd, kunt u het volgende stappenplan volgen:

Is er een toegankelijke kruipruimte? 

Ja, de kruipruimte is toegankelijk

Kunt u in de kruipruimte komen, dan kunt u zien of er isolatie tegen de vloer zit. Met een breinaald kunt u op verschillende plekken de dikte van de isolatie meten. Let op: prik nooit door folie heen!

Afhankelijk van het gebruikte materiaal en hoe dik het is, weten we hoe goed de isolatie is. 14 cm wol is bijvoorbeeld gelijk aan een Rd-waarde van 3.5.


Er kan ook isolatie op de bodem van de kruipruimte liggen. Bodemisolatie heeft meestal een lagere isolatiewaarde dan isolatie direct tegen de vloer. Ook is de isolatiewaarde van bodemisolatie moeilijker te meten. Dit komt omdat er een luchtlaag tussen zit, die geventileerd wordt. Hier kunt u lezen wat het verschil is tussen vloer- en bodemisolatie.

Nee, de kruipruimte is niet toegankelijk

Als u niet in de kruipruimte kunt komen, is het niet mogelijk om de isolatie te bekijken. Kijk of er ventilatiegaten van de kruipruimte in de buitenmuur zitten, zoals op onderstaande foto. Als dat zo is en u heeft een houten vloer, kunt u een luik laten maken door een aannemer. Daarna kunt u via bovenstaande omschrijving de isolatie meten en eventueel extra isolatie toevoegen.

Nee, ik heb geen kruipruimte

Heeft u helemaal geen kruipruimte, dan wordt het lastig om de isolatie te meten. Het is zonder kruipruimte ook lastiger om extra te isoleren. De enige manier die dan overblijft is een nieuwe vloer of een isolerende ondervloer. Beiden zorgen er voor dat er een nieuwe vloerbedekking moet komen.

Muurisolatie

Vanaf 1976 begon men isolatie te gebruiken in de muur bij de bouw van een woning. Voor elke bouwperiode is de minimale isolatie bekend:

Bouwperiode

voor 1925

1925 - 1975

1976 - 1979

1980 - 1987

1988 - 1990

1991 - 2012

2013 - 2015

2016 - nu

Muur (Rc-waarde)

0,24

0,43

0,69

1,3

2

2,5

3,5

4,5

Om uit te zoeken of uw muur na de bouw extra is geïsoleerd, kunt u het volgende stappenplan volgen:

Is er een spouwmuur?

Ik weet niet of ik een spouwmuur heb.

Huizen gebouwd na 1925 hebben bijna allemaal een spouwmuur. U kunt dat soms al zien bij een deuropening of raamkozijn. Meet u van binnen tot buiten meer dan 25 cm, dan mag u ervan uitgaan dat er een spouw is.

Ja, ik heb een spouwmuur.

Dan zitten er soms spleetjes tussen de stenen in de buitenmuur. Daar kunt u een satéprikker of breinaald in steken. Heeft u geen openingen, dan kunt u een klein gaatje boren in de voeg. Spouwmuurisolatie is vaak zacht (vaak is er wol of schuim gebruikt). Voelt u niets tot de harde binnenmuur? Dan weet u dat er geen spouwmuurisolatie in zit.

Als u zachte isolatie voelt, dan kunt u met uw vinger meten wanneer u dit voelt. Trek hier de dikte van de steen vanaf en u weet de ruimte die er nog over is in de spouw (vrije ruimte). De dikte van de steen kunt u vaak bij een hoek meten.

Om de diepte van de hele spouw te meten doet u hetzelfde. Maar nu duwt u voorzichtig door tot de binnenmuur. Weer haalt u de dikte van de steen van deze lengte af. Dit is meestal tussen de 5 en 10 cm.

Nu u de diepte van de totale spouw weet, kunt u ook de dikte van de isolatie berekenen. U trekt hier de vrije ruimte in de spouw vanaf en dan heeft u de dikte van het isolatiemateriaal.

Totale spouw - vrije ruimte spouw = dikte isolatie

Nee, ik heb geen spouwmuur.

Als u geen spouwmuur heeft, zoals bij een steensmuur of houtskeletbouw, dan is het lastiger om de isolatie te meten. De isolatie zit vaak helemaal weggewerkt, achter een gestucte gipswand bijvoorbeeld. Daarnaast is er soms een folie gebruikt, die zeker niet doorboord mag worden.

Dakisolatie

Vanaf 1976 begon men isolatie te gebruiken in de muur bij de bouw van een woning. Voor elke bouwperiode is de minimale isolatie bekend:

Bouwperiode

voor 1966

1966 - 1975

1976 - 1979

1980 - 1987

1988 - 1990

1991 - 2012

2013 - 2015

2016 - nu

Dak (Rc-waarde)

0,13

0,86

1,03

1,30

2,00

2,50

3,50

6,00

Om uit te zoeken of uw dak na de bouw extra is geïsoleerd, kunt u het volgende stappenplan volgen:

Schuin dak

Zie ik iets via de buiten- of binnenkant?

Bij een dak is het lastig om de isolatie te meten. Wel kunt u alvast via de buitenzijde kijken of er ‘iets’ zit. Via een dakraam kunt u kijken of u een dakpan omhoog kan schuiven. U kunt dan zien of er folie of een PUR-laag zit. Als dat er niet zit, dan ziet u waarschijnlijk hout. Deze informatie kunt u gebruiken als u nieuwe isolatie wil toevoegen.

Van binnenuit is de isolatie ook niet makkelijk te bekijken. Vaak zit de isolatie goed afgedekt met gipsplaten. Daarnaast wordt soms een folie gebruikt tegen vocht en deze moet heel blijven. U kunt natuurlijk voorzichtig een gedeelte openmaken op een onbelangrijke plek, om te kijken of er isolatie achter zit. Bijvoorbeeld in een inbouwkast of achter de knieschotten.

Plat dak

Dakbedekking aan vervanging toe?

Platte daken worden bijna altijd via de buitenkant geïsoleerd. Hierdoor zit de isolatie goed verstopt. Een mooi moment om extra te isoleren, is als de dakbedekking vernieuwd moet worden. Het vervangen van de dakbedekking is een goed moment om te kijken wat voor isolatie er in uw dak  zit. U moet dan wel snel een beslissing kunnen nemen of u extra isolatie wilt aanbrengen. Bespreek dit daarom goed van te voren met de dakdekker.

Isolerend glas

De isolatiewaarde van glas wordt uitgedrukt in de U-waarde. Hoe lager de U-waarde is, hoe beter het glas isoleert. Enkel glas heeft een U-waarde van ongeveer 5,7 en triple glas van ongeveer 0,7. Enkel glas en triple glas (3 glasplaten) zijn makkelijk te herkennen aan het aantal glasplaten. Het verschil tussen oud dubbelglas en hoogrendementsglas (HR) is een stuk lastiger te zien. Hieronder een paar vragen om te achterhalen welke van deze twee u heeft.

Is het glas van voor 2000?

Glas van voor 2000 is, op een uitzondering na, altijd oud dubbel glas. Sinds 2004 wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van HR++ glas. Tussen 2000 en 2004 is het niet zeker wat voor glas er gebruikt is. Ga verder met de volgende stappen om het soort glas te achterhalen.  

Staat er HR in de code?

In de metalen strip tussen de glasplaten, de sponning , staat soms een code. Als hier HR instaat, weet u dat het hoogrendementsglas is. Staat dit er niet in, kunt u de code ook opzoeken op internet.

Houd een vlammetje voor het glas

U kunt ook een vlammetje voor het glas houden. U ziet dan in de weerspiegeling 4 vlammetjes. Als het tweede of derde vlammetje een andere kleur heeft, is het HR-glas.

Plan om aan de slag te gaan

Weet u hoe uw vloer, muren, dak en ramen geïsoleerd zijn? Dan kunt u een plan maken om de isolatie in uw woning te verbeteren:

  • Op welke manier gaat u verwarmen in de toekomst? Kunt en wilt u aansluiten op een collectief warmtenet of kiest u voor een individuele warmtepomp?

  • Aan de hand daarvan kunt u bepalen hoeveel isolatie u gaat toevoegen. Kijk op onze adviespagina als u nog advies nodig heeft.

  • Op onze vakspecialistenpagina vindt u isolatiespecialisten in uw regio die u kunnen helpen met het plaatsen van isolatiemateriaal of isolerend glas.

Lees meer over aardgasvrij wonen

Op de pagina Aardgasvrij wonen leest u waarom woningen van het aardgas gaan en wat u nu al kunt doen op weg naar aardgasvrij.